Een gedicht van Alice Nahon 1896-1933
DOOI
Zoals bij 't sneeuwen die vlokken vervaard weiger en trage vallen op aard, zo moeten alle gedachten van ons van uit hun hemel van dromen en dons dalen op aarde waar alles dooit wat sneeuwwit en droomrig de dingen vermooit.
Droef is de dooi maar als uitgeblomd gesmolten bloeisel gefilterd komt na duistere reizen door wijze grond kristal is voor de ogen, wijn voor de mond, muziek voor de luisteraar, drank voor de plant, dan leer ik de lesse, van dooi in 't verstand.
Dooi die de vlokken tot wateren wijdt, dooi, die ons wanen tot werken gedijt, spaar niet de dwepers die midden 't geweld vrezen dat God hun gedroomsel smelt. Geef ons klaar water dat vloeiend verreint, door smarten gefilterd naar de harten fonteint.
Schaduw (1928)
|