Een gedicht van Carel Charten
HET SCHONE STERVEN
Als in de stemm'ge stad het herfst-tij weeft Zijn gouden waas over de oude grachten En onder 't gulden loof een stemming zweeft van sterven in deze oude en gouden prachten,
Dan denk ik, hoe 'k de dood graag zoude wachten Gelijk een herfstdraad die in 't goud-licht beeft En henenzweeft in de eerste koude nachten waarin alleen één zilvren stemklank leeft:
De stem, die in de hoge eenzaamheden Zingt en weerklinkt en zingend meet de Tijd En aan de hemel aarde's Schijn doet horen,
Terwijl de ziel, in 't eeuwig Zijn verloren, Het torenlied een laatste glimlach wijdt En lichtende verglijdt in 't tijdloos Eden.
Utrecht 1916
Verzen
|