Een gedicht van Herman de Gorter 1864-1924
De gouden aarde
De gouden Aarde is vol en vast en klaar, De Hemel welft zich donker en zacht blauw, Het Heelal is die donkerzachte dauw, Alleen de Zon en de Aarde zijn zichtbaar.
Van die twee samen, van dat jonge paar, Is de Zon de algoudene flambouw, En de Aarde de liggende landouw. In goud en groen beide volkomen baar.
En in het zachte en volkomen blauw Is de Zon een Man met een gouden regen En de Aarde een wijde groene Vrouw,
Genietend 't stille geluk van die zegen. Zon, Aarde en Heelal zijn één lach Rondom de Mensheid heen. Dit is haar Dag.
|