Een gedicht van C.P. Tiele 1830-1902
VROEG IN D' OCHTEND.
Vroeg in d' ochtend wringt de roze zich uit de enge zwachtels los, Eenzaam, wijl nog alles sluimert, tooit zij zich met purpren dos;
En zij zendt haar eerste geuren, met haar Schepper nog alleen, Op de wiek der morgenkoelte dankbaar naar de hemel heen.
't Is te laat, als straks de wandlaar ze afplukt, door haar schoon bekoord, Als de vlinder, als het bijtje, rustloos steeds, haar rust verstoort.
Zó in heilige ochtendstilte, vrij van elk bespiedend oog, Rijze, als frisse rozengeuren ook uw eerste bede omhoog.
Als de nijvre zwerm der mensen gonzend, straks de cel verlaat, Of als de engel Gods u wegrukt, dan, mijn kind, dan is 't laat!
1854.
Gemengde gedichten
|