Een gedicht van Giza Ritschl 1869-1942
Mijn liefde
Mijn liefde ging in weemoed over, Voorbij is de pracht, het licht, de tover, Gedoofd zijn de vlammen, geblust het licht, Nu ga en sta ik met blind gezicht.
Mijn ziel werd zeer zwaar beproefd, Mijn hart ziek en diep bedroefd; Mijn gemoed heel somber, kil en koud, Mijn trekken vaal, moe en oud.
Mijn leven gaat nu doelloos heen, Ik leef, doch ach, in vrees alleen; In kwelling, onrust, angst en nood, Ik verwacht niets meer, alleen de dood.
De Beweeging jaargang 10 (1914)
|