Een gedicht van J.H. Leopold 1865-1925
Regen
Schaduwen van wie er gaat ingedoken over straat, kleren, hoofd en voetenhak weggeëffend, grauw en vlak als lei. Tuin en schutting allebei, heesters, perken en jasmijnen opgetild in een verdwijnen en het uitgerafeld pad heeft ook zijn stil verlies gehad.
Tussen bleke huizenmuren hangt de dag van trage uren, evenwicht naar alle zijd; in de stilstand van de tijd lekt het sijpend ogenblik tik, tik.
Gemengde Verzen III (1912)
|