Een gedicht van Karel van de Woestijne 1878-1929
Mijn dag en was niet oud genoeg
Mijn dag en was niet oud genoeg, mijn hart en was niet koud genoeg, dat zwaar de vlijme twijfel-ploeg mijn vree niet breke ... Zo schijn 'k (misschien der vreugd bestemd) een vrouw, die, vreemder angst beklemd, oneindig naait haar doden-hemd steke bij steke.
En 'k naai mijn eigen weifel-kleed, zorgvuldig zo't mijn vrezen sneed, volhardend: tot gelaten leed ten zoom gerake, of achterwarend-zoet gelaat bij onbegrepen dageraad, met onverwacht en blij gewaad de Liefde nake
De Boom-gaard der Vogelen en der Vruchten (1903 - 1905))
|