Een gedicht van Jan van Nijlen 1884-1965
Circuslicht
'k Zie elke avond aan de hemel branden De gloed van 't circus en ik ben verblind Door 't lokkend licht, ginds in de lage landen. 't Is of in droom het leven herbegint, Of ik weer kind ben en nog weer verlang Naar 't lieve spel van clowns en acrobaten, Naar wigwam, vredespijp en boomerang En naar de strijd van cowboys of piraten.
Dit teder licht verheldert de atmosfeer: Morgen wellicht ontluiken de eerste blaren En bouwen weer de vogels aan hun nest. En ik begrijp, thans deftige meneer, Hoe het geluk van de verloren jaren Het enige is wat mij ten slotte rest.
|