Een gedicht van G.W. Lovendaal 1847-1939 
De zee en het land.
Ik houd van het wilde gewentel der zee;  Zij danst met de kiel, en mijn hart dat danst mee:  De kiel is met wakkere zeelui bemand -  En 'k droom van haar glorie, de roem van mijn land.
   Ik houd van het dreunend gedaver der zee;  De zee zingt van strijd en mijn hart dat zingt mee:  Zij dondert haar loeiend hoera naar het strand -  En 'k droom van haar glorie, de roem van mijn land.
   Mijn trots en mijn liefde behoren die twee;  Ik kan ze niet scheiden, mijn land en de zee.  Als moeder en kind zijn ze elkander verwant:  De glorie der zee is de roem van mijn land.
  Frissche Wind.
  
   
					
 
					
					
					 |