Een gedicht van Paul van Ostaijen 1896-1928
De stem van Vincent
Laat ons de blaren van alle leed vergaren. De aarde, ook vermoeid, heeft nooit dode blaren gedragen. De aarde wondt om, in de driedagestond, te laten herrijzen onder de loodzware kus van de liefde.
En is die kus weerom licht leed, leed, dat alles is, - Ik ben Die is, - o, laat deze zoen niet verloren gaan want elke zoen is gloĂȘn van goed.
Nooit wassen dode vruchten aan de bomen. De pijnen snikken eeuwig en laten hun lange tranen als vingers vallen. Weet dit, mijn zoon: wanneer alle leed leven wordt, houdt op het leven leed te zijn.
|