Een gedicht van Emanuel Hiel 1834-1899
DE NACHT IS STILLE
De nacht is stille, geen gerucht Verneemt mijn luistrend hart; Het lover hangt, de staande lucht Is als bevrucht met smarte.
De bloemen dromen, fluisteren niet; Ze schijnen lang gestorven. Gene starre door het duister schiet: Ach, zijn ze ook gestorven?
Mijn hart verstijft, mijn geest wordt loom Zou niets in mij meer blaken?... Mij drukt als lood een kille schroom, Ach, zou de dood genaken?...
|