Een gedicht van Lucas de Heere 1535-1584
DE AUTEUR TOT ZIJN HUUSVROUWE
Lief, ons liefde begonst gelijk op ene tijd Van God gejond, die ons deze gratie dede; Welke liefde blijft eenvoudig, mits dat gij zijt Van minnen zinne, en ik ook van de uwe mede.
Dies en heeft twist noch onruste bij ons geen stede, En wij leven aldus in rechte weelde een paar: Want waar zodanig akkoord is, pais ende vrede Gebonden met Gods hand, wat kan gebreken daar?
Naardien ons liefde is zulk ene sterke pilaar Dat zij ons in de dood zelfs niet zal begeven, Laat dit op ons graf (als wij sterven) zijn geschreven: Hier ligt man en wijf, nochtans geen twee lichamen; Die gelijk en akkoordig waren in hun leven, Stierven ook gelijk: en leven weder tezamen.
De hof en boomgaerd der poëzien.(Gent 1555)
|