Een gedicht van Karel van de Woestijne 1878-1929
Wees niet de schroom'ge...
Wees niet de schroom'ge, die, in lomer avond-komen, herdenken zwijgen doet; ben ík de pleger niet, die met zijn eigen dromen zijn eigen treurnis voedt?
- Treed nader, zie mij aan, en hoe mijn oog, gelaten, géen liefde vraagt, o kind; - ik heb de zeilen van 't verlangen neer-gelaten bij liggende' avond-wind...
En weder teder in uw deinend over-peinzen van ons geschéiden wee, zal ons veréende droom misschien ten einder deinzen der zélfde vrede-zee.
Want, kwam nog, wijlend in uw kommrend oog gegleden de schaduw van mijn vróeger lied, - draag ík dan, rústig, 't lévend leed van ons verleden niet, niet?...
- - Wees niet de schroom'ge...
Verzen aan de Terug-keerende
|