Een gedicht van Louis Davids 1883-1939
Zandvoort bij de Zee
Wanneer het lekker weer is De natuur in blijden lach Haalt pa zijn strooien hoed En moe haar bloesje voor den dag. De meisjes maken stijve papiljotjes in d'r haar, De jongens kopen 'n zwembroekje dan is het zaakje klaar. Om vijf uur 's morgens is het hele stel al in de weer, Ze stappen naar 't station en vader zegt: ‘Ach buurtverkeer!’
Zandvoort bij de Zee! We gaan naar Zandvoort bij de Zee! Met vader met moeder met broertje en met zusje Ome Piet tante Griet en het hele familiehusje Gaat naar Zandvoort bij de Zee! Nemen broodjes koffie mee, Oh het is zo'n zaligheid, Wanneer je van de duinen glijdt, In Zandvoort bij de Zee.
Mamma zit in een kuil Die kleine Kees gegraven had En vader staat te grinniken Bij het gemengde bad, Mama zegt dat haar man een ouwe seisieslijmer is, En tante roept: ‘Schei uit nu zus de zee is hier zo fris.’ Ze plast en tilt met brede zwier haar baaien rok omhoog, Maar plots geeft z'een gil en schreeuwt: ‘De zee zit in mijn oog!’
Zandvoort bij de Zee! We gaan naar Zandvoort bij de Zee! Met vader met moeder met broertje en met zusje Ome Piet tante Griet en het hele familiehusje, Gaat naar Zandvoort bij de zee Nemen broodjes koffie mee, O het is zo'n zaligheid, Wanneer je van de duinen glijdt In Zandvoort bij de zee.
De snobs uit Amsterdam In 't helder wit flanellen pak, De ridders van de koude grond Met 'n kwartje in d'r zak, Die prefereren Zandvoort want je vindt er meer natuur, Oostende is te banaal Monte Carlo is veel te duur. Dies gaan ze naar Zandvoort zo beweren ze met klem, En zingen keurig met hun halve zachte foscostem!
Zandvoort près la mer! We gaan naar Zandvoort prés la Mer! Met papa met mama met broertje en met zusje Oncle Pierre tante Claire en enfin 't gehele husje, Gaat naar Zandvoort près la Mer! C'est très chique la, ce n'est pas cher, O het is zo'n zaligheid, Wanneer je van de duinen glijdt, In Zandvoort près la mer.
|