Een gedicht van Johan Danser 1893-1920
DE LEEGTE
Eenmaal hebt gij mijn stil vertrek gewijd Met even uw ontroerde aanwezigheid, Met tooverklank van zoet-gesproken woorden En teedere gebaren die bekoorden.
Ik had dat uur in zaligheid verbeid, Met vreugd gevuld den al te langen tijd, - En nu: in troeble bitterheid versmoorden De droomen die me in eenzaamheid behoorden.
Uw afzijn pijnt mij als een staag gemis Nu'k voelde wat uw lieve wezen is Temidden van de vaag-beminde dingen.
En alles staat zo nutteloos en stom: De boeken en de meublen rond mij om Zijn dof en vreemd, zijn dóde erinneringen.
|