Betlehem
Kerstlied.
Aan mijne zuster Mathilde.
Rorate, coeli, desuper, et nubes pluant Justum!
Dauw, hemelen, van boven en dat de wolken
regenen de Gerechte!
Adventlied.
koor.
Voor ons, met kwaad en leed belaân,
Voor ons, die in het slijk vergaan,
Is Hij geboren
In ene stal,
De God, de meester van 't heelal,
Van ene Maged uitverkoren.
Dáarom verenigt hart en stem
In Betlehem.
kinderen.
O kindje lief, o kindekijn!
Komt gij hier ook ons broerke zijn?
Ons moeder heeft ons reeds geleerd
Dat men uw heil'ge naam vereert;
Dat boven de heem'len uw glorie zweeft
En de engel voor uw aanschijn beeft.
Maar neen! ge lacht zo gul en blij,
Gij hebt een moeder, zo als wij.
Niet waar, ge wilt ons broerke zijn,
O kindje lief, o kindekijn?
engelen.
O kindren, juich nu blij en luid,
En steek nu beide uw handjes uit;
De Goedheid dauwt van boven.
Des kindes bescherming is na;
Een kind brengt den kinde genâ.
Halleluja!
vrouwen.
O God verlosser! maar neen, maar neen!
Wij horen uw klagen en uw geween;
Gij zijt een kind, hebt kou en dorst,
Een vrouwe laaft u aan haar borst.
'k Ben vrouw en moeder zo als zij;
Verlos ons van de slavernij,
En als uw moeder u laaft en kust,
En als uw moeder in slaap u sust,
Vergeet niet dat wij moeders zijn,
O kindje lief, o kindekijn.
engelen.
O vrouwen, moeders, wees getroost,
En vrees voor u noch voor uw kroost,
De Liefde dauwt van boven.
Der vrouwen ontslaving is na!
Een vrouw brengt de vrouwen genâ,
Halleluja!
mannen.
O God! maar neen! gij zijt ook mens;
Aanhoor ons klacht, vervul ons wens.
Hieronder, in dit tranendal,
Ge ziet, 't is duister overal.
De mens is met verstand begaafd,
En toch hij twijfelt en werkt en slaaft.
Wij trachten naar vrijheid, naar rust en licht.
Gij komt tot ons als mens, als wicht;
O kind, aanhoor eens vaders beê;
O mens, geef aan de mensen vreê.
engelen.
O Mannen! hef het hoofd nu vrij,
En schudt het juk der slavernij,
De Vrijheid dauwt van boven.
Der mensen verlossing is na;
Een mens brengt de mensen genâ,
Halleluja!
slotkoor.
Halleluja!
In excelsis gloria!
De Heiland is geboren
Van ene Maged uitverkoren.
Voor kindren rijst bescherming op;
Een vrouw verplet de slangenkop;
Het licht straalt door het duister,
De liefde breekt band en kluister.
Wij hebben 't gehoord; 't is Godes stem:
‘De Heiland is geboren,
Van ene maged uitverkoren
In Betlehem!’
Uit het hart! (1874)