Een gedicht van G.W. Lovendaal 1847-1939
Hollands vlag
Hollands vlag, je bent mijn glorie, Hollands vlag, je bent mijn lust, 'k Roep van louter vreugd victorie, Als ik je zie aan vreemde kust, 'k Roep van louter vreugd victorie, Als ik je zie aan vreemde kust; Op de zee en aan de wal, Hollands vlag gaat bovenal, Op de zee en aan de wal, Hollands vlag gaat bovenal.
Zijn er reiner, blijder kleuren, Of je vaart in Noord of Zuid? Heel de lucht schijnt op te fleuren, Strijkt ze er op haar frisheid uit, Heel de lucht schijnt op te fleuren, Strijkt ze-er op haar frisheid uit, En je Hollands hart wordt wee, Wappert met haar dundoek mee, En je Hollands hart wordt wee, Wappert met haar dundoek mee.
Als je haar in vreemde baaien, Mijlen ver van 't eigen strand, Zwierig van de mast ziet waaien, Als een groet van 't Vaderland, Zwierig van de mast ziet waaien, Als een groet van 't Vaderland, Voel je een vreemd verheugenis, Voel je eerst recht, hoe mooi zij is, Voel je een vreemd verheugenis, Voel je eerst recht, hoe mooi zij is.
![schrijver](http://www.gedichten.nl/images/219177.jpg)
|