Een gedicht van René de Clercq 1877-1932
BENOORDEN DE MOERDIJK
Benoorden de Moerdijk Daar kan men niet bewonderen, Daar trapt men de dichter, daar hoont men de held. Benoorden de Moerdijk Daar zitten de tobbers, al welgesteld, In tuin en kantoor zich af te zonderen, En tellen geld.
Benoorden de Moerdijk Daar wonen de sufste rijken, Ze noemen zich vrij, of roemen zich vroom. Benoorden de Moerdijk Daar moet het fel schokken, eer uit hun droom Wat koppen zich heffen, voorzichtig, en kijken De kat uit de boom.
Benoorden den Moerdijk Daar vreest men zich te branden Aan koud water. Geestdrift is duur. Benoorden de Moerdijk Daar vinden de vossen de druiven te zuur Al hunkeren zij en watertanden Met geel gegluur.
Benoorden dn Moerdijk Is de hemel der neutralisten, Der vechters voor vrede, der werkers voor rust. Benoorden de Moerdijk Daar drinken ze Curaçao, met lust, En schutten met dappere pacifisten Landsgrens en kust.
Benoorden de Moerdijk Zijn er duizend Nederlanders. Al de anderen zijn anders Benoorden de Moerdijk.
De Noodhoorn (1940)
|