Een gedicht van Alex Gutteling 1884-1910
Ik wil mijn dromen tot een toren bouwen
Ik wil mijn dromen tot een toren bouwen Van blank ivoor, met rode en gouden lijnen Zal ik in 't wit de fabelen doen schijnen Dat ieder zo mijn leven kan doorschouwen.
De vredige pastoralen en de gaarden Met vreemd-vervlochten bloemen, en de afgronden Van dood en vlammengloed, met juichemonden De englen in schitterende rei geschaarde;
En 's nachts, wanneer mijn Teken op de rotsen In 't maanlicht blinkt boven de woelige zeeën En een schip nadert van een vreemde kust,
Schijnt het de stuurman boven 't golvenklotsen Neergedaalde Godin van hemelreeën Zoete verkondigster van liefde en lust.
De Beweging, jrg 2 (1906)
|