Een gedicht van Dop Bles 1883-1940
Jonge moeder.
‘Hoe vreemd, dat mij gegeven is, wat niet mijn eigen leven is, maar sluimerend in het mijne hing, en ging, en brak de draad, en wezen wou in eigen staat’.
‘Ik ben nog moe... heb ik geleden? of is een droom uit mij gegleden?... Ik doe mijn ogen dicht en ben tevreden, en mijn gedachten en mijn lijf zijn licht’.
‘Is dit nu barensnood, met hijgende gevaren tot aan de dood? Ik wist niet, dat een leven komen kon zo rood en bloedend, als de ondergaande zon’.
De Gids, jrg 81 (1917)
|