Een gedicht vasn Emanuel Hiel 1834-1899
Vrijheid, wie heeft niet aan u gedroomd?
Vrijheid, wie heeft niet aan u gedroomd? Als de zonne de aarde kussen koomt, Stijgt de vogel zingend in de lucht: Vrijheid! kweelt hij, vrijheid, wees gegroet! Doch de mens ontwaakt, hij blikt... en zucht.
Heet als zonnegloed, Bruist door zijn gemoed, Vrijheid, uw geliefde vlammenvloed! Doch de mens ontwaakt, hij blikt... en zucht.
Ziet hij daar niet sterkten rijzen in de lucht, Dreigend als bevrachte donderwolken? Scherpt men 't zwaard niet op de rug der volken, Wijl de legers te allen kant als slangen krielen, Om de vrijheid in hun schakels te vernielen?

|