Een gedicht van Albert Verwey 1856-1936
Licht mijner ziel
I
Licht van mijn ziel! ik zag u steeds van ver, En wist wel dat gij eindlijk komen zoudt; - Woorden, die ik niemand heb betrouwd, Gaan uit als bleke vlammen, - als een ster,
Die in 't azuur, maar blanker, lieflijker, Zie 'k in uw lokken liggen 't licht gelaat; 't Mysterie van veel leeds, maar nooit van haat, Droomt in uw ogen; - 'k zag het steeds van ver.
Ik zal u zien, mijn Licht, zo zie gij mij: In één zoet waas van gloed, waar ieder woord Doorheenvlamt van de lippen en saamglijdt
Met andere tot één lichtende enigheid - En elk van ons droomt in een glorie voort, En andre glorie gaat ons stil voorbij.
Van de liefde die vriendschap heet
|