Een gedicht van G.W. Lovendaal 1847-1939
Stil van wind.
Daar lei een scheepje gemeerd in het Diep. De wind was ter ruste, het watertje sliep En 't scheepje moest liggen tot later; Het spiegelde intussen voor tijdverdrijf Zijn mast en zijn want en zijn ranke lijf In 't klare kristal van het water.
Geputst had de schipper, gegutst had het nat En gangboord en stuurboord en alles was glad En fris van het stromende water. Toen floot hij een deuntje en draaide gezwind Een zon uit zijn zwabber en keek naar de wind, Maar 't wimpeltje druilde: - tot later!
Kindergedichten (1914)
|