Een gedicht van Helen Swarth 1859-1941
Ring van trouw.
Eens haatte ik, als symbool van slavenketen, De gouden schakel van het trouwverbond. Rampzalig dwaas noemde ik wie zich vermeten Vlinders te binden die m' in 't blauwe vond.
Doch sedert gij - nooit zal 'k dat uur vergeten! Uw ring mij bood uit rode liefdemond, Weet 'k een geheim, nooit zonder u geweten: Die kleine ring omspant heel 't wereldrond.
O plechtig plukte ik, schier van weelde aan 't wenen, Als uit een roos in Toverland, uw ring En uit die ring, door zomergloed beschenen,
Straalt nu 't geluk, dat zoveel leed verving, Een atmosfeer van goudlicht rond mij henen: Uw liefde omringt mij als een toverkring.
De Gids (1893)
|