Een gedicht van Albert Verwey 1856-1936
Spel en ernst.
O wij lopen in onz' gebondenheid, Met onze illusie van vrij-wils-bestaan, Hoog en onkrenkbaar 't leven gadeslaan, En hij die de gebondenheid altijd
Voelt, maar dat leed alleen zichzelf belijdt, Speelt zijn illusie koel en wèl-berâen, Meesterlijk, met de vreugd van 't wel-gedaan Komedianten met zijn menslijkheid.
Maar wie, d'illusiedronknen, altijd weer Dromend, vergeten dat ze illusie is, Dat zijn de Vrijen, wie hun spel zo zeer Ernst is dat het onsterflijke errenst is.
En uit het Leven dat de Illusie wil, Stroomt hun oneindge Kracht, oneindge Wil.
Tweemaandelijksch Tijdschrift. Jaargang 1 (1894-1895)
|