Een gedicht van Henriette Roland Holst-van der Schalk 1869-1952
't Is nu de kentertijd
't Is nu de kentertijd dat de vrouw naar nieuw levenswater glijdt; diep water, waarin bare' als Bergen klimmen; wijd water, en ver aan de verre kimmen verwaast vredes zacht-bloeiende kust. 0 Maatschappij, gij zee, die kent geen rust, uit de luwe kreken van het verleden zwemt de vrouw naar uw ruwe machtigheden. Het is nu ook de tijd dat het vrouwen-gemoed kentering lijdt: uit de vloeibare lusten en aandriften, verhardt zich daarin 't vast-bewuste, als in oer-oude dagen d' aard' uit vloeibaarheid vormde vaste lagen, of als nog heden in 't heelal telkens uit gasse' ontstaat een vaste bal, een nieuwe kern, een donk're levensbeker. — Zoo stolt zich nu natuur, die vlottender en weker was in de vrouw, vol van 't oer-element instinkt, tot verstand dat zichzelve kent en het gebied tot aan zijn verste transen afzoekt met eigen glansen.
De vrouw in het woud (1912)
|