Een gedicht van J.P. Heije 1809-1876
Toewijding. aan ***
Hervond gij ooit een lint, een bloem, een blad, Een stille erinn'ring aan verleden dagen, 't Vergeten beeld van vroeger vriend of magen, Die ge eens bemind, betreurd, verloren had?
't Is smartlijk zoet: - en bij het treurend klagen, Om wat te snel verdorde op 't levenspad, Plooit soms een lach de wang, van tranen nat, Een dartle lach van lust en welbehagen. -
Wist zo mijn luit, in 't lied U opgedragen, De Erinn'ring aan 't verleden op te dagen, Van 't schoon Verleden, dat ik nooit vergat,
Licht zoudt ge, als vroeger in Minerve's stad, Met blanke hand een traan uit de ogen vagen, Om met een lach te staren op dit blad.
De Gids (1841)
|