Een gedicht van P.L. van de Kasteele 1748-1810
Jesus de vriend der waarheid.
Toneel der dwaling, schouwplaats der ergernis! Rampzalig aardrijk, vol van begoocheling! 't Mensdom, uw sieraad, 't Mensdom verpest u Alles bedriegt.
Waar vlood de Waarheid? weet gij het, sterflijken? In 't licht der Godheid zien haar de Hemelsen, Boven uw aanval, Vader des leugens, Ver van uw kreits,
Daar Waarheid heerst, daar juichen de Zaligen; Daar leeft de Godheid. Reinheid en vrolijkheid, Rust en vertrouwen woont voor haar aanschijn, Niet hier op aard.
Gij, vriend der waarheid', vriend des Rechtvaardigen! Vermijd deez' aardbol, 't Rijk des geweldigen! 't Onrecht regeert er; kruis en vervloeking Wachten u hier.
Gij komt op aarde, Gij, de Waarachtige! Gij schuwt geen lijden, Redder der dwalenden! Waarheid en zegen welt uit uw boezem, Stroomt uit uw mond.
Gij, 't Licht der wereld, schijnt in de duisternis: De neevlen zwichten; klaarheid en zuiverheid , Straalt om U henen. Leugen en dwaling Smelten voor U.
’t Heelal veroudert, alles verandert ééns: Uw woord is eeuwig, vast uw getuigenis; 't Woeden der eeuwen spilt op dien rotssteen Al zijn geweld.
Gij kent geen vleitaal, kent geen bedekselen: Uw hart behoeft geen tooi, noch bewimpeling; Rein, als uw Godheid, siert het zich zelve, Blinkt het van deugd.
Gij zoekt geen grootheid, vreest geen vernedering: Van 't pad der waarheid, 't spoor uwer heerlijkheid, Lokken U nimmer, laagheid noch eerzucht, Vreze noch hoop.
Geen zucht tot vrede, Gij die ons vrede geeft, Verbergt uw mening. — „ Wee u! gij huichelaars!" Zegt Ge aan de Groten. — „Achter mij, Satan!" Zegt Ge aan uw vriend.
De hel moog woeden, God Hem verlaten zelfs, Nog zegt Hij: „Vader!" — Hoort het, gij hemelen 't Aardrijk beweegt zich. Sidder, gij Hoofdman! Deze is Gods Zoon!
Hij vaart ten hemel! Groot is zijn zegepraal! De Geest der waarheid geeft Hem getuigenis, Petrus, zo kort nog blind voor de heilleer, Predikt het kruis.
De Vriend der waarheid zegent die prediking. Een schaar verdwaalden, zelfs van zijn kruisigers, Eren het zoenbloed. De einden der aarde Vinden genâ.
Nog leeft de waarheid! — Jesus beveiligt haar. Geen vrees, geen kluister kerkert haar zegelied. Spotzucht en laster, alles verspilt zich; Jesus regeert!
Hij is ons gistren, —. heden, — in eeuwigheid, Een Rots, een Heiland; nimmer begeeft Hij ons. Werelden, liegtvrij! Jesus komt weder; Waarheid met Hem.
|