Een gedict van Herman de Gorter 1864-1924
Uit de arbeid komt voort de bloedige strijd
Uit de arbeid komt voort de bloedige strijd. De arbeid is 't die doet de stromen bloed Om de aarde vloeien. In rode damp van bloed Doet haar dampende voortgaan de arbeid.
Zij gaat in 't Al de sterren tegemoet, Waarvan de smart en strijd haar onderscheidt, In wolken van bloed, en tranenbeschreid, In van pijn en rouw nacht en gloed.
De aard is in goudene sterren rood En zwart van stromend, geronnen mensenbloed. De lichamen der levenden een vloot Op der doden stromende levensvloed. En van die levenden geweld'ge dood, Door strijd, van die doden het doden boet.
Strijd (II)
|