Een gedicht van Karel van de Woestijne 1878-1929
O vruchten-lege schaal
o Vruchten-lege schaal, o flanken rijk aan reuken die heel de zomer draagt maar niet verzaden zult: nóg komt een kopp'ge bij uw nodende ijlte beuken met hoornen hoofd en dom geduld.
Ik ben 't gekorven hout waaraan geen trossen hangen, tot lucht verijld het hars dat uit de wonden droop. o Vruchtenloze geur, wordt menselijk verlangen ooit goddelijke hoop?
|