Een gedicht van Marie Metz-Koning 1864-1926
TOOROP'S SCHILDERIJ: „De Dorpelwachters der Zee".
Verwonderd-rond, zacht-vragend kijkt het kind, Het zand-blond kind, met de ogen blauw als zee. En de oudre al wétend Leven; schoon gedwee Van kleine hoop nog, dat hij toch wel vindt Voor 't Eind bevrediging. De al'-oudste, 't wee Van heel een ras in de ogen, staart verblind Van wanhoop 't Raadsel aan .... waar géén van vindt Ooit antwoord .... Vragend: waar verdiende ik mee En allen die daar vóór mij zijn gegaan, Of komen zullen nog, dit leven-wreed? --------------------------------------- Met grote ontroering, die ik vreugde heet, Dank ik de meester, die uit stil bestaan Ophief en beeldde deze Smarten-ziel, Belevend dode doek zo 't hem geviel.
Een bundel letterkundige bijdragen (1900)
|