Een gedicht van Charivarius 1870-1946
Civilis
Wien Neêrland's bloed door d'âren vloeit, van vreemde smetten, En andr' infecties vrij, en die gedwee 's lands wetten, Al zijn ze soms wat mal, gehoorzaamt; wiens borst (Zijn onbeklemde) gloeit voor Vaderland en Vorst, Die ere hem, die van de grote kamp de ziel is: Het hoofd der Batavieren, Claudius Civilis. Van afkomst Batavier - Romein naar burgerrecht, Zag hij met afschuw hoe de landzaat werd geknecht. Want daartoe was het al in Nero's tijd gekomen; Gestadig was de onderdrukking toegenomen, De bondschap was ontaard in bitt're slavernij ... Toen trad Civilis op. De redding was nabij.

|