Een gedicht van J.P. Heije 1809-1876
Voor- en tegenwind.
Gaat het tégen-wind, mê-Vrind, Laat een Schipper U dan leren Te lavéren: Doe, alsof je er niet naar vroeg Om aan gindse kust te komen, Maar zeil voort met wind en stromen... En - ben je eenmaal ver genoeg, Wend dan over de' andre boeg!
Gaat het vóór-de-wind, mê-Vrind! Leer van stuurlui dan, bij 't zeilen Steeds te peilen: 't Water schijnt soms diep genoeg En er staat allicht geen baken.... Maar 't is kunst, weer vlot te raken Als òf wind òf stroom te vroeg 't Scheepje op het droge joeg.
Vóór- of tégenwind, mê-Vrind, Leer U werken - leer U wachten Dag en nachten! Haastig, komt altoos te vroeg, Neuswijs, zal het minste weten, Dom, heeft altijd wat vergeten, Langzaam, komt nooit tijds genoeg.... Kies dus steeds de rechte boeg!

|