Tintelende ontroering zich zelf genoeg, en met de volontloken wangen en met de forse wrong der haren met het hoofd aangeleund stond zij zwaar, zwart; rijke rozenbottels oranje en rood, schat bij schat, o de (weet je nog) barstten, bloemenknoppen des harten, het ongekreukte bloemenblad lag in onze hand
Schetsen en fragmenten (Verzamelde verzen 1935)
Reacties op bericht (0)
E-mail mij
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek