Een gedicht van W.L. Penning 1840-1922
Z0MERNACHT.
Waar terzijde golfjes glijden, blinken in de starrengloor, onder over- hangend lover zit de guile wijngod vóór.
Guller blonk er in 't halfdonker dezer gaarde een teder oog... Liefde! u schenke 't warm herdenken 't eerste lied na d' eerste toog!
Eenzaam lijden, saam verblijden, geurt, gelouterd, lieflijk voort; wensen wekkend en ontdekkend door het fris gezongen woord.
Diep gevoelen, rein bedoelen, stijgt, in liedren zonder klacht, op het fluisterend medeluisterend koeltje in luwe zomernacht.
|