Een gedicht van G.H. Priem 1865-1939
Een liedje voor Rosinde.
Blonde Rosinde, ziet ge niet Hoe de zon haar pijltjes schiet Door de groene linde? Geloof me, 't is op jou gemunt.... Zonnetje, zonnetje, och, je kunt Tòch haar hart niet vinden.
'k Heb er al jaren naar gezocht, Heel wat uurtjes doorgebrocht Onder de groene linde. Als er de maan scheen bleek en koud, Als er de zon scheen warm en goud, Droomde ik er van Rosinde.
Kapellekens stoeien om het huis, 't Windje zingt met zacht gesuis Door de groene linde. Alles is zon en alles is geur, Alles is klank en alles is kleur Om 't nestje van Rosinde.
Haar venstertje is dat kleine daar, Hoe vrolijk grijpen de takken er naar, De takken der oude linde; De bladeren kijken de kamer in 't rond, O blaadjes, blaadjes, of gij daar vond Een hartje, dat mij beminde!
De Gids, jrg 55 (1891)
|