Een gedicht van G.H. Priem 1865-1939
De blanke bloem, geboren In 't witte morgenlicht, Sluit bij het dagvergloren De blaren dicht. Maar 't gouden hart blijft gloeien In de ambergele kluis, Die lauwe geure' omvloeien En nachtgeruis. Zó is mijn ziel een bloeme, Wier fulpen urn omvat Wat mensentong niet roeme: Haar zonneschat.Onze Eeuw, jrg 17 (1917)
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek