Een gedicht van P.A.M Boele van Hoensbroek
ONVERGETEN
Soms is het of ik het vergeten ben; Of er niets is geweest, dat niet meer is. Mij zelve is het een geheimenis, Zo diep, dat ik mij zelve niet meer ken. Dan lach ik, doe ik, of er niets ontbreekt, Of alles voort leeft, zoals het moest zijn, Of nooit de dood iets van wat ik eens mijn Noemde wegnam. - Maar de ure komt, die wreekt.
Als ik een knaapje zie, dat hem gelijkt, Dan zie ik hem weer lachend voor mij staan, In al zijn kinderlijke minlijkheid; Dan welt vol weemoed in mijn oog een traan En als het beeld, het droeve, van mij wijkt voel 'k toch des doods onoverwinlijkheid.
Ts. De Nederlandsche Spectator(1896)
|