Een gedicht van Heiman Dullaert 1636-1684
Christus stervende.
Die alles troost en laaft, verzucht, bezwijmt, ontverft! Die alles ondersteunt, geraakt, o mij! aan 't wijken. Een doodse donkerheid komt voor zijne ogen strijken Die kwijnen als een roos die dauw en warmte derft.
Ach wereld, die nu al van zijne volheid erft: Gestarnten, Engelen, met uwe Hemelrijken, Bewoonderen der aarde, ey! toeft gij te bezwijken, Nu Jezus vast bezwijkt, nu uwe Koning sterft?
Daar hij het leven derft, wil ik het ook gaan derven: Maar hoe hij meerder sterft, en ik meer wil gaan sterven, Hoe mij een voller stroom van leven overvloeit.
O hoge wonderen, wat geest is zo bedreven, Die vat hoe zo veel sterkte uit zo veel zwakte groeit, En hoe het leven sterft om doden te doen leven?
|