Een gedicht van Hendrik Marsman 1899-1940
Het was donker
Het was donker, hij lag op zijn bed. hij had het raam op de haak gezet, opdat het getij van de nacht door de baai van zijn kamer kon gaan en zijn dromen stijgen en dalen op de golven der maan, en hij dacht: 'hoe vaster ik slaap, des te zwaarder slaapt het heelal, hoe dieper ik ademhaal hoe hoger de nacht en het lied van de nachtegaal. kan het zijn, dat van Genesis af het parabolisch Verhaal, de Ellips der Geschiedenis - tot het vuur van de Apocalyps de laatste beelden verbrandt, de luchter, het boek en het lam - niets anders is dan het vluchtige spiegelbeeld van mijn slaap, tussen dromen verdeeld?'
Verzamelde gedichten (1951)
|