Een gedicht van Jacobus van Looy 1855-1930
Avond op het Forum Romanum
De Nacht is komend met een heir van dromen; Zij volgen mee met wijd-geopende ogen; Ver van het Westen af kwam zij getogen, In 't vreemd blauw kleed met brede zwarte zomen. Daar de verzoenlijke Avond lag in vrome Gepeinzen neer, op hare arm gebogen, In licht opaal en klaar goud onvertogen, En zag nadenklijk naar 't verloren Rome... Laag hoolt het al in schemering van duister; Nu gruwt de steen der monumenten-luister, Nu rijst de ziel der oude steding bloot. 't Gekeldert' leeft, 't verbrokkeld puin gaat grimmen; Miauwend gaan er om de wulpse schimmen, Rumoerend nachtlijk door het Rome dood.
1885
Gedichten (1932)
|