Een gedicht van Helene Swarth 1858-1941
LENTEKUS
Zijn niet de rozen rood van liefdelust? En trillen niet, gebaad in maneglansen, De hoge popels, die het meer omkransen, Wanneer de wind hun smachtend love kust?
Zoekt niet de vlinder heil- en honigkansen Bij elke bloem, waarin hij zalig rust? En tintlen niet, hun godd'lijk schoon bewust, Doorgloeid van zonnevuur, de blauwe transen?
-'Natuur is God en God is Liefde!' zingt Heel de aarde, zwemmend in een zee van liefde. 'k Weet niet waarom een traan mijn oog ontspringt.
Met éne kus der Lente is wat mij griefde Verdwenen - en, gelovig als een kind, Omhels ik lucht en licht en geur en wind.
Poezie, amsterdam(1892)
|