Een gedicht van Emanuel Hiel 1834-1899
Heisa.
Heisa, lustig moet men zijn bij gezang en koele wijn, want waarom toch beven? lach de duivel in 't gezicht, vrees de schaduw noch het licht en bemin het leven.
Nu welaan! alleen de vreugd kent geen list, vereer de deugd en durf 't goede wagen; want wie lustig is, is braaf en blijft nooit gelijk een slaaf, 't juk der smert verdragen.
't Vrolijk leven, 't vrije woord hebben altoos hen bekoord, die voor 't ware blaken. Dwazen zijn 't die anders zijn, Heisa, bij gezang en wijn, laat ons vreugde maken!
Gedichten 1861-62
|