Een gedicht van Jan Veth 1864-1925
In memoriam matris.
Op vleugel-suizelen, in stille nachten, Komt uw heraut, Herinnering, getogen Door mijne geest, en spant zijn purpren bogen, Tot dieper duiding dan de dagen brachten.
Dan zie 'k - o zoet signaal van verre wachten! - Fata morgana van twee peinzende ogen, Die uit een krans van lieflijk mededogen Wijding uitspreiden over mijn gedachten....
Hun licht kwam tot me in vreugde en 't kwam in smart; Het wenkte mij, waarheen ik wendde of ging, Een heimlijk heulsap sprenklend in mijn hart.
En 'k weet: zolang die leid-star van mijn leven, Waar ooit mijn voet mij draagt, mij niet begeve, Blijft gij mijn ziel tot heil, Herinnering!
|