Een gedicht van Jan van Nijlen 1884-1985
Vreugd en vrede.
De vreugde is 't gevoel van de nakende morgen En tooit elke stond met haar innige lach, Evenals de vrede, na werken en zorgen De weemoed versiert van de kwijnende dag.
Wie vreugde nooit eenzaam des morgens liet marren, Hem zijn alle wondren begrijplijk en klaar; De stilte der aarde, de schoonheid der starren Maakt vrede des nachts aan ons hart openbaar.
O vreugde, kom 's morgens al dansend getreden, En wek mij met zangen, dat steeds aan mijn zij Uw lach moge klinken! Maar gij, zachte vrede, O ga, als het schemert, mijn huis niet voorbij!
Onze eeuw, jrg. 17 (1917)

|