Een gedicht van Duco Vorster 1880-1953
Het hart spreekt
Laat mij door Uw stilten ommedolen, waar het schendend woord van hen niet is, dat ik – in een donker woud verscholen – bij de geur van Uwe bosviolen word omvat van Uw geheimenis.
Laat mij, als wie uit zijn huis getreden, ginder in de nevelen verdween - - nimmer nimmer hoort men zijn gewende schreden – spoorloos in Uw stilten zijn vergleden, waar ik eeuwig ben met U alleen.
Op uwen drempel (1926)
|