Een gedicht van Jacques Perk 1859-1881
Sluimer
Stil! - Duizendogig spiegelt zich in 't meer De nacht, en laat haar bleke luchter beven, Die gloeiend witte glanzen heen doet zweven Om 't, rond de diepte reiend, rotsenheer.
En Sluimer daalt op vlinderwieken neer, Met wuivend rijs, waaraan de druppen beven, Die dauwend droom en zoet vergeten geven, En zweeft in schaduw peinzend heen en weer.
En in mijn dolend hulkje, dat er glijdt Langs 't kabblend zilver, zet hij zich; ik zie Hem tederblikkend over mij gebogen.
Hij lacht mij aan, ontplooit de wieken wijd... Ik hoor een sluimerende melodie, En weet niet wat mij loodzwaar viel op de ogen...
|