Een gedicht van Felix Timmermans 1886-1947
God rolt de zonnen door zijn handen…
God rolt de zonnen door zijn handen zoals de boer het zaad. De ruimte kent geen randen en eindloos staat de sterrentuin te branden.
Als dauwdrop aan der aarde bloeme’ weerspiegel ik het al. Ik hoor de sferen zoemen Gans 't sterrendal probeert Uw naam te noemen.
't Geheim blijft tot de nacht behoren, waarin ik ben ontstaan, tot, opgeslorpt, in schijn verloren in 't licht vergaan in U ik word herboren!
|