Een gedicht van Jan Jacob Slauerhoff 1898-1936
Arcadia
Langzaam kleedt zij zich uit in het lover, Rilt verrukt en verlangt een rover, Denkt aan nimfen en faunen.
Nimfen die zich genotvol over- Gaven aan faunen, naakt onder lover, Begrijnsd door oude alraunen.
't Rimpelend water spiegelt haar week: Met haar voetjes in de ondiepe beek Voeren de golfjes guerrilla.
Op een steen zit haar echtgenoot, Ziet haar spelen, ergert zich dood En zuigt op zijn manilla.
Serenade
|