Een gedicht van Helene Swarth 1859-1941
Vergiftigd.
Gelijk een vrouw, die weerkeerde over zee Naar 't vaderland, en zich verkwijnen voelt, Wijl slopend gif haar traag door de aadren woelt - Ga waar zij wil, haar smarten neemt zij mee! -
Draag ik de pijn, waar vaak mijn zang op doelt, Diep in mijn borst en 't rooft mij vreugde en vrêe. Weer kruipt en knaagt mijn welbekende wee, Weer vlamt de vuurgloed, die geen zucht verkoelt.
Ik zeilde ook eens naar 't verre dromenland En toefde een poos, doch mocht niet lang daar zijn. Droef toog ik heen van 't zegenrijke strand.
Sloop daar een slang? Was daar de lucht venijn? Verried me een vriend? - O wist ik welke hand Die druppel gif goot in mijn levenswijn!
Beelden en stemmen (1887)
|